Er zijn mensen die mijn gebrabbel en gemompel in deze sociale leegte of media geschreeuw lezen.
Eerlijk waar, ik kon het eigenlijk ook niet echt voorstellen.

Het hele idee van introvert wel volledig aan voorbij gegaan dan.

Weinig, vooral extraverte mensen, kunnen niet voorbij gaan aan het feit dat ik verbaal lang niet zo sterk ben als in schrift.

Zelf ga ik geen discussie aan, leg mezelf niet uit, heb er in het algemeen helemaal geen zin in menselijk contact.
Laat me met rust en blijf vooral uit de buurt.

Maar praten mag ik graag doen als ik het schrijven kan.

Het één en ander aan onbegrip is mij in afgelopen tijden ten deel gevallen.
Één van de meer typerende uitspraken was toch wel: “Als je het kan schrijven dan kan je het ook spreken!”

Nee, dus.
Over bepaalde zaken kan ik schrijven met een emotie of elan maar als ik erover moet praten ga ik mompelen of stotteren.

Zo een voorbeeld; ooit liep ik op een trap, ik moest twee hoog dus vier trappen omhoog.
En er was een dame die voor mij ook omhoog liep maar zij liep op hoge hakken en dat ging haar niet al te best af.

Ze mopperde wat en toen ze mij, achter haar, in de gaten kreeg zei ze tegen mij: “Ik had ook beter moeten weten deze schoenen niet aan te trekken als ik nog trappen moet lopen…”

Dus ik antwoordde, boerenlul die ik ben; “Maar ze staan je wel mooi.”

Wat ik had willen zeggen was; tot in tegenstelling van veel mannen, die kleding om praktische redenen uitkiezen, zijn vrouwen vaker geneigd om kleding uit te kiezen vanuit een esthetisch oogpunt.

Het hoeft niet, per definitie, fijn of comfortabel te zitten of te passen als het maar mooi eruit ziet.

(Dat is blijkbaar iets wat maatschappelijk of cultureel dwangmatig is opgelegd.)

Maar deze hakken staan je goed.

Gevolgd door dooddoeners als: “Jij kunt dit, geloof in jezelf!” of “You go, girl!”.
Welke cliché je het meest past.

Maar ja, dat komt er bij mij niet uit, anderhalf etage hoog in een trappengat met deern voor mij. Of wanneer en waar dan ook.

Zelfde idee (maar dan net andersom) met Patries; die verwonderde zich juist weer over het gegeven dat ik geheel anders schrijf dan dat ik praat, of ben misschien wel.
Schrijvende ben ik rustig, relativerend, redelijk en dat soort terwijl ik in het leven, onrustig, ongeduldig ben.
Bijvoorbeeld net als zovelen, in het verkeer de hele bende bij elkaar vloek.

Veelal met grof taalgebruik bezig ik mij  omdat ik mij simpelweg verbaal niet snel genoeg kan uitdrukken.
Onmacht dus.
En mezelf vooral niet de tijd gun om mijn woorden wat zorgvuldiger te formuleren waarna ik mij de weg van de minste weerstand verschaf.
Is niks leuks aan want dat is een lelijke kant van mij.

Lang, soms dagen, nadat gesprekken voorbij zijn kom ik met gedachten of uitspraken waarmee ik een discussie had kunnen beslechten door dat mijn punt te maken.
Maar veel van deze discussies interesseerde mij net genoeg om er nog wat over na te denken maar te weinig om het weer aan te halen.
Waarschijnlijk ook omdat ik weer dagen lang moet denken over het tegen argument wat ik zou kunnen krijgen.
Geen zin in, is meestal toch allemaal gelul van niks waarover je druk maakt.

Ik heb een heel leven van dat soort momentjes gehad maar de laatste tijd heb ik meer van; laat maar.

‘T zal een leeftijd zijn.

En dat past niet zo goed in deze tijd want iedereen moet ten alle tijden een mening over wat dan ook hebben.

Helemaal als je anoniem kan zijn op internet.
Ik lees wel eens de meningen van mensen, die blijkbaar ongehinderd zijn door enige vorm van kennis, hun woorden uit kotsen op het internet dat ik me schaam om mens te zijn.

Apen die nog wel eens letterlijk met hun eigen stront naar elkaar gooien staan in schril contrast met de absolute stompzinnigheid die je op sociale media kunt aantreffen.

Ben ook verheugd te vernemen dat diverse media niet meer getolereerd in sommige landen en dat deze sociale media beperkt wordt voor jongeren.

(Daarbij ontgaat mij de ironie niet dat ik dit deel op sociale media, maar goed.)

Vroeger,  vlak voor de komst van internet,  dacht men dat de onwetendheid bij mensen voorkwam omdat ze geen toegang hadden tot kennis.
En ze hoopte dat internet dat zou veranderen.

Dat was een inschattingsfout van globale proporties blijkt dus.

Nee, ook al klink ik als de ouwe lul waarvan mensen denken dat ik dat ben.
Internet sucks monkeymeat!

Posted in

Plaats een reactie