Fruitvliegje

Hoewel de jaarlijkse hondsdagen voorbij zijn, waarna ik (voornamelijk in mijn hoofd) geen fruitvliegjes meer verwacht, zat er toch weer een fruitvliegje in mijn bier.

Dat is dan wel een tripel biertje waar ik het over heb.
En als fruitvliegje had ik het ook wel geweten. Dan was ik net zo’n trippelliefhebber als ik nu ben…
Dat beter dan een eendagsvlieg die zijn dag niet heeft, nietwaar!?

Hoe dan ook, dit specifieke vliegje vond ik nog in paniek spartelend in mijn bier.
Wanhopig proberen weg te komen met haar of zijn leven.
Hoewel ik zelf ergere manier kan bedenken om aan een einde te komen toch.

Dus ik stak mijn dikke vinger in de schuimige kraag en redde het irritante wezentje van een wisse dood.

Maar in plaats van het uit te smeren over mijn broek of het van mijn vinger af te blazen besluit ik nog wel eens om te kijken wat het vliegje doet.

Deze keer kroop ‘ie uit het schuim naar een droge gedeelte van mijn vinger. Daarna werd hij rap sneller en rende over mijn hele hand.

Toen herinnerde ik mij dat lieveheersbeestjes altijd het hoogste punt uitkiezen om vanaf weg te vliegen.
Dus ik stak mijn hand op en warempel, ’t kleine fuckertje rende via mij middelvinger omhoog.

Het is dat ik mijn leesbril ophad maar daar, inmiddels op mijn vingertop aangekomen, zag ik dat ‘ie zijn vleugeltjes schoonmaakte met zijn pootjes. Rende nog wat heen en weer en whoop, weg was ‘ie.

Nou vliegt er ergens een dronken fruitvliegje rond.

Dat soort momentjes…

Net als gisteren in de wachtkamer bij de tandarts.

Niemand leest meer een drie maanden oude Donald Duck of een oude Libelle, laat staan een praatje maken.
Iedereen zit letterlijk met hun gezicht in een mobiele telefoon.

Komt er een moeder en zoontje van een jaar of zeven binnenlopen, nog geen goedemiddag, ploffen neer is een stoel. Zij in haar mobiel maar het jochie niet.
Gozertje had naar eigen zeggen nog 2% batterij op zijn telefoon dus moest maar even ouderwets wachten in de wachtkamer.

Ik zat tegenover hem in mijn werkkleding en wist wel dat hij naar mij zat te staren met grote ogen.
Dus ik kijk wat naar de bomen door het raam, laat mijn ogen glijden langs de klok want vijf minuten geleden had ik een afspraak,  en opeens keek ik naar hem.

Daar was hij niet op bedacht want hij schrok toen we oogcontact maakte en keek verlegen snel weg.

Ik glimlachte toen de tandarts kwam en vroeg: “Meneer Vink?”.

Posted in

Plaats een reactie